Hoe de afrondingsregels tot op 5 eurocent toepassen?

Vanaf 1 december 2019 moet je als ondernemer cashbetalingen verplicht afronden tot op 5 eurocent. Hiermee komt een einde aan de ”rosse” muntjes van 1 en 2 cent. Maar hoe doe je dat nu precies?

  1. Hoe moet je afronden?

Het principe van de afrondingsregels is eenvoudig.

Het te betalen totaalbedrag dat eindigt op ,01 € of ,02 € wordt afgerond naar het lagere ,00 €.
Voorbeeld: 12,92 € wordt 12,90 €.
Het te betalen totaalbedrag dat eindigt op ,03 € of ,04 € wordt afgerond naar het hogere ,05 €.
Voorbeeld: 12,93 € wordt 12,95 €.
Het te betalen totaalbedrag dat eindigt op ,06 € of ,07 € wordt afgerond naar het lagere ,05 €.
Voorbeeld: 12,97 € wordt 12,95 €
Het te betalen totaalbedrag dat eindigt op ,08 € of ,09 € wordt afgerond naar het hogere ,00 €.
Voorbeeld: 12,98 € wordt 13,00 €
  1. De afrondingsregels zoals ze zullen gelden vanaf 1 december 2019

Vanaf 1 december 2019 zal je als ondernemer niet langer de keuze hebben om cashbetalingen af te ronden, maar zal het toepassen van de afrondingsregels voor cashbetalingen verplicht zijn, wanneer:

  • de betaling plaatsvindt in de fysieke aanwezigheid van de consument(dus niet via e-commerce);
  • het te betalen bedrag groter is dan 5 eurocent.

Voor alle andere betaalmethoden geldt geen verplichting, maar je kan er als ondernemer wel voor kiezen om naast de verplichte afronding van cashbetalingen in de winkel, ook de elektronische betalingen die in de winkel gebeuren, af te ronden. Let wel: maaltijdcheques, ecocheques en waardebonnen kunnen niet afgerond worden.

De onderneming die de afronding toepast, moet de volgende regels volgen: 
·         als je enkel de betaling in cash afrondt, wordt die afronding effectief enkel toegepast  op het gedeelte dat in cash wordt betaald (ook als de betaling gedeeltelijk in cash en gedeeltelijk met een andere betaalmethode gebeurt);
·         als je als onderneming beslist om de afronding ook toe te passen op andere betaalmethoden, dan wordt de afronding toegepast op het totaalbedrag van het kasticket. In dat geval moet je duidelijk zichtbaar de volgende tekst afficheren: “Het totaalbedrag wordt altijd afgerond”, via de affiches die je hier terugvindt;
·         het kassaticket of bewijsdocument geeft duidelijk zowel het totale te betalen bedrag als het afgeronde bedrag weer, ongeacht het werkelijk in cash betaalde of werkelijk totaal betaalde bedrag.

Dat betekent dus ook bijvoorbeeld, dat als een bedrag eindigt op € ,13 en de klant kan effectief betalen met 13 eurocentjes, je toch € ,15 moet aanrekenen en de klant dat ook effectief moet betalen.
Meer informatie over de toepassing van deze afrondingsregels, vind je op de website van de FOD Economie.
(https://economie.fgov.be/nl/themas/verkoop/prijsbeleid/betalingen/afronden-van-cashbetalingen-de)

 

  1. Betekent dit dat je de stukjes van 1 cent en 2 cent mag weigeren?

Nee, het afgeronde totaalbedrag kan de klant nog altijd betalen met stukken van o.a. 1 en 2 cent. Een afgerond totaalbedrag van bijvoorbeeld 12,95 € kan betaald worden met een biljet van 10 €, met één muntstuk van 2 €, één muntstuk van 50 cent, twee muntstukken van 20 cent en twee muntstukken van 2 cent en één muntstuk van 1 cent. De stukken van 1 cent en 2 cent worden dus op zich niet afgeschaft.

  1. Hoe moet je de afgeronde prijzen boekhoudkundig verwerken?

Boekhoudkundig en op vlak van btw zal er weinig veranderen: de btw-administratie heeft bijvoorbeeld al laten weten dat de btw moet berekend worden op het oorspronkelijke bedrag, niet op het afgeronde bedrag.

Je zal wel een aanpassing moeten laten doorvoeren aan je kassa: op het kasticket moet immers zowel het oorspronkelijke bedrag als het afgeronde bedrag vermeld staan, en daarvoor moet de kassa dus aangepast worden.

  1. Moeten jouw klanten “vrezen” dat  de prijzen hierdoor zullen stijgen?

Nee, het betreft enkel de afronding van de totaalprijs niet de afronding van de individuele prijs. De afrondingen gaan in beide richtingen, de ene keer wordt er afgerond naar boven, de andere keer naar beneden. Finaal houdt dit mekaar in evenwicht.

  1. 6. Wordt de aankoop van 1 artikel aan 0,02 € dan gratis?

Neen, de wet voorziet een uitzondering: te betalen bedragen tot 4 cent mogen niet worden afgerond. In de meeste handelszaken is het evenwel onmogelijk iets te kopen dat minder dan 5 cent kost.

  1. Mag je ook afronden als je een factuur opmaakt voor de klant?

In dat geval mag inderdaad worden afgerond. De afrondingsregels gelden immers voor alle betalingen die plaatsvinden ‘ in de gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de consument en de onderneming’. Aangezien in dit voorbeeld de betaling effectief gebeurt in aanwezigheid van beide partijen, mogen de afrondingsregels worden toegepast, ook al wordt er later een factuur opgemaakt.

  1. Wat met klanten die in meerdere schijven betalen? Mag je dan telkens afronden?

Stel bijvoorbeeld dat er 899,70 EUR moet betaald worden. De klant is van plan om elke week 200 euro contant te komen betalen. Mag je in dit geval de waarde afronden? Mogelijks zal de Economische Inspectie hier moeilijk over doen, maar strikt genomen mogen in dit geval de afrondingsregels inderdaad worden toegepast (aangezien de betaling nog steeds gebeurt in gelijktijdige aanwezigheid van de klant en de onderneming).

  1. Waarom die afrondingen?

Stukken van 1 en 2 cent worden weinig gebruikt. Men laat ze in de geldbeugel of spaart ze op thuis. Daardoor ontstaat er een schaarste aan kleine euromuntjes. Deze afronding is een eerste stap in de richting van een uitdoving van het gebruik van die munten. België kan immers niet beslissen tot afschaffen van het gebruik, Europa beslist daarover.

Alle info op de website van de FOD Economie.
(https://economie.fgov.be/goedafgerond/)