Buitenlandse verblijfsvergoedingen: nieuwe landenlijst vanaf 6 juli 2018

Minister Reynders heeft de verblijfsvergoedingen gepubliceerd die de ambtenaren van de FOD Buitenlandse Zaken vanaf 6 juli 2018 zullen ontvangen als ze op dienstreis naar het buitenland worden gestuurd of als ze zetelen in internationale commissies.

De verblijfsvergoedingen zijn vastgesteld per land. Ze bestaan uit een dagelijkse forfaitaire verblijfsvergoeding en een aanvullende vergoeding voor huisvestingskosten (‘maximale logementsvergoeding’).

De privésector mag de forfaits ook gebruiken om te bepalen in welke mate vergoedingen voor buitenlandse dienstreizen belastingvrij kunnen toegekend worden als ‘kosten eigen aan de werkgever’.

Fiscus aanvaardt forfaits

Een werknemer of bedrijfsleider op dienstreis naar het buitenland kan van zijn werkgever een forfaitaire vergoeding krijgen voor de bijkomende kosten die hij tijdens deze reis maakt. Deze vergoeding is een ‘kost eigen aan de werkgever’: fiscaal aftrekbaar door de werkgever, niet belastbaar in hoofde van de werknemer of bedrijfsleider.

Om te bepalen welke bedragen aanvaardbaar zijn, doet men een beroep op de landenlijst die werd opgesteld voor de ambtenaren van de FOD Buitenlandse Zaken. De fiscus aanvaardt deze forfaits namelijk ook voor de privésector.

Deze forfaits gelden enkel voor werknemers en bedrijfsleiders die hun beroepswerkzaamheden in vergelijkbare omstandigheden uitoefenen als de ambtenaren van de carrière Hoofdbestuur van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Dat betekent dat de forfaits niet gelden voor werknemers en bedrijfsleiders voor wie verplaatsingen van en naar het buitenland deel uitmaken van hun normale dagelijkse beroepsactiviteit.