Eind vorig jaar kondigde de fiscus op haar website opnieuw een controleactie aan over de bezoldigingen van bedrijfsleiders. In 2022 voert de administratie gerichte controles uit bij vennootschappen die geen of te weinig bedrijfsvoorheffing storten voor de bezoldigingen die ze toekennen aan bedrijfsleiders. Een dergelijke controleactie is niets nieuws onder de zon, doch kennelijk zijn er nog altijd wel wat vennootschappen die geen of een foutieve aangifte in de bedrijfsvoorheffing indienen, of de bedrijfsvoorheffing niet of onvolledig betalen. Wat zijn de spelregels en wat staat de vennootschap en bedrijfsleider bij een dergelijke controle te wachten

Bedrijfsvoorheffing = voor natuurlijke personen bedrijfsleiders
Voor bezoldigingen die een vennootschap toekent of uitbetaalt aan een bedrijfsleider natuurlijk persoon moet zij bedrijfsvoorheffing storten. De storting van de bedrijfsvoorheffing is geen vrijblijvende optie voor de schuldenaar van het inkomen.

Ook al doet de bedrijfsleider zelf al voldoende voorafbetalingen, toch moet ook bedrijfsvoorheffing door de vennootschap betaald worden. Op die manier komen vennootschappen soms voor een aantal onaangename verrassingen te staan bij een controle.
Omgekeerd, de inhouding van voldoende bedrijfsvoorheffing door de vennootschap, ontslaat de bedrijfsleider er wel van om nog zelf voorafbetalingen te doen.

Hoeveel ?

Het bedrag aan bedrijfsvoorheffing wordt bepaald op basis van de wettelijke schalen zoals opgenomen in bijlage III van het KB/WIB 1992 (jaarlijkse aanpassing). Bij de berekening wordt o.a. rekening gehouden met de omvang van het loon en de persoonlijke toestand van de bedrijfsleider. Bovendien wordt hierbij het onderscheid gemaakt of de bedrijfsleider al dan niet het statuut van fiscaal rijksinwoner heeft.

De bedrijfsvoorheffing voor zelfstandige bedrijfsleiders wordt berekend op de werkelijk toegekende bruto-inkomsten na aftrek van een forfaitaire raming van de sociale bijdragen.

De bedrijfsvoorheffing is een voorschot op de verschuldigde belasting op aangifte. Ook op de belastbare voordelen van alle aard (bv. bedrijfswagen, sociale bijdragen die worden ten laste genomen door de vennootschap, etc.) moet de bedrijfsvoorheffing worden ingehouden en tijdig opgenomen in de aangifte bedrijfsvoorheffing. Dit wordt in de praktijk vaak over het hoofd gezien.

De bedrijfsvoorheffing wordt opeisbaar op het ogenblik van de betaling of toekenning van de belastbare bezoldigingen.

Fiscale controle

Bij ontvangst van de fiches 281.20 kan de administratie de bezoldiging vergelijken met de betaalde voorheffing, en op die manier een tekort vaststellen in vergelijking met de wettelijke barema’s.

Blijkt uit de controle dat de vennootschap geen of te weinig bedrijfsvoorheffing heeft ingehouden, dan wordt dit tekort door de administratie ingevorderd bij de vennootschap.

Daarnaast kan de administratie de niet-ingehouden bedrijfsvoorheffing belasten als een voordeel van alle aard in hoofde van de bedrijfsleider. Een extra belastbaar inkomen dat ook tot gevolg heeft dat de berekeningsbasis van de sociale bijdragen wordt verhoogd.

Het voordeel van alle aard wordt belast in het jaar waarin de bedrijfsleider het voordeel heeft verkregen m.a.w. het jaar waarin de bezoldiging werd ontvangen. Het is daarom mogelijk dat voor dit inkomstenjaar al een belastingaangifte werd ingediend en bijgevolg nog een rechtzetting nodig is.

Boete en interesten

Bij een laattijdige of geen aangifte bedrijfsvoorheffing, kan de fiscus een boete opleggen die oploopt tot 1 250 euro. Daarnaast wordt een belastingverhoging opgelegd van 10 % tot 200 % op de voorheffing van de niet-aangegeven inkomsten. Bij een eerste overtreding wordt hiervan afgezien. Vanaf de eerste dag van de maand volgend op de vervaldag van de betaling van de bedrijfsvoorheffing zijn nalatigheidsinteresten (4 %) verschuldigd.

Het ontbreken van een nihilaangifte kan ook worden bestraft met een boete.

Conclusie

Er is geen ontkomen aan de bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen (incl. voordelen) van bedrijfsleiders. Wilt u een invordering bij de vennootschap, én het belastbaar voordeel bij de bedrijfsleider vermijden, dan is er maar één conclusie: zorg voor een juiste en tijdige berekening én betaling van de bedrijfsvoorheffing!